ECLI:NL:CRVB:2017:3252
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake pensioenrechten en bevoegdheid bestuursrechter na privatisering ABP
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die pensioenrechten heeft opgebouwd onder de Algemene burgerlijke pensioenwet (Abp-wet), heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het bestuur van de Stichting Pensioenfonds ABP van 5 maart 1997. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit besluit in rechte onaantastbaar is geworden en dat de rechtbank onbevoegd is om over het geschil tussen appellant en het bestuur te beslissen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is eveneens niet bevoegd om besluiten te nemen over de individuele pensioenrechten van appellant, aangezien het ABP per 1 januari 1996 is geprivatiseerd. De Raad bevestigt de overwegingen van de rechtbank en stelt vast dat de hoger beroepen van appellant niet slagen. Tevens worden verzoeken om indexering van het pensioen en schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond voor deze verzoeken is. De uitspraak benadrukt de juridische gevolgen van de privatisering van het ABP en de daarmee samenhangende bevoegdheden van de bestuursrechter.