ECLI:NL:CRVB:2017:3051
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake indicatie hulp bij het huishouden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 juni 2016, waarin het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. Appellant had een aanvraag ingediend voor een herindicatie van hulp bij het huishouden, nadat hij eerder voor een beperkte periode hulp was toegewezen. Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem had appellant op 28 oktober 2014 voor twee uur per week hulp bij het huishouden in aanmerking gebracht, en dit werd later herbeoordeeld. De medisch adviseur van SCIO Consult had een huisbezoek afgelegd en op basis daarvan advies gegeven aan het college. Appellant was van mening dat zijn medische beperkingen niet goed waren ingeschat en dat hij meer uren hulp nodig had. De rechtbank oordeelde dat het college op het advies van de medisch adviseur mocht afgaan en dat er geen objectieve gegevens waren die de medische beoordeling konden weerleggen. In hoger beroep herhaalde appellant zijn eerdere gronden, maar de Raad voor de Rechtspraak onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de uitspraak. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.