ECLI:NL:CRVB:2017:3039
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar en herzieningsverzoek kinderalimentatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Het college had de woonkostentoeslag ingetrokken en een verzoek van appellante om terugbetaling van ingehouden kinderalimentatie afgewezen. De Raad oordeelde dat het bezwaar van appellante tegen de intrekking van de woonkostentoeslag niet-ontvankelijk was, omdat het te laat was ingediend. De Raad stelde vast dat de termijn voor het indienen van bezwaar was verstreken en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. Daarnaast werd het herzieningsverzoek van appellante om terugbetaling van de kinderalimentatie afgewezen, omdat zij geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een herziening rechtvaardigden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellante ongegrond was verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de noodzaak om nieuwe feiten aan te voeren bij herzieningsverzoeken.