ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8777
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.G. Treffers
- G.A.J. van den Hurk
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen uitkeringsspecificatie en ontvankelijkheid in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 4 maart 1998. Appellant, geboren in 1959 en afkomstig uit Irak, heeft in 1993 asiel aangevraagd in Nederland en ontving vanaf 1994 uitkeringen op basis van de Regeling Opvang Asielzoekers (ROA). Na het verkrijgen van een verblijfsvergunning in oktober 1994, diende hij zijn ROA-woning te verlaten, wat pas op 12 april 1995 gebeurde. Gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, kende appellant per 12 april 1995 een uitkering op basis van de Algemene Bijstandswet (ABW) toe. Appellant maakte bezwaar tegen een uitkeringsspecificatie van 7 juni 1995, maar dit bezwaar werd door gedaagde niet-ontvankelijk verklaard omdat er volgens hen geen voor bezwaar vatbaar besluit was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de uitkeringsspecificatie van 7 juni 1995 wel degelijk een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelde dat het bezwaar van appellant te laat was ingediend, maar dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Appellant had verklaard dat hij onjuist was geïnformeerd door gedaagde over de strekking van de specificatie, wat hem ervan weerhield om tijdig bezwaar te maken. De Raad concludeerde dat de rechtbank ten onrechte het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk had verklaard en dat gedaagde opnieuw op het bezwaar van appellant moest beslissen.
Daarnaast werd de aanvraag van appellant voor bijzondere bijstand voor verhuis- en herinrichtingskosten afgewezen, omdat er geen individuele omstandigheden waren die deze kosten noodzakelijk maakten. De Raad bevestigde de afwijzing van deze aanvraag en oordeelde dat gedaagde in de proceskosten van appellant moest worden veroordeeld. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en gedaagde werd opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant.