ECLI:NL:CRVB:2017:2841
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beperking van de kennisneming van stukken in hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en pesten op het werk
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beperking van de kennisneming van stukken, op verzoek van betrokkene. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. J. Jaab, heeft hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Westland, dat een korting van 10% op zijn bezoldiging had toegepast. Betrokkene stelde dat deze korting het gevolg was van een beroepsziekte, veroorzaakt door pesten op de werkvloer. Het college, vertegenwoordigd door mr. G.G.E.A. Frederix-Gianotten, heeft het bezwaar tegen de korting ongegrond verklaard.
Tijdens de procedure heeft mr. Jaab verzocht om bepaalde medische stukken niet ter inzage aan het college te sturen, met een beroep op artikel 8:29 en artikel 8:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft op 6 juli 2017 een zitting gehouden, waarbij betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college. De Raad heeft overwogen dat het verzoek om beperking van de kennisneming niet gerechtvaardigd was, omdat de stukken niet onder een verplichting tot verstrekking vielen. De Raad heeft besloten dat de stukken teruggestuurd worden naar betrokkene, zodat zij kan besluiten deze alsnog als processtukken in te dienen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat de kennisneming van de medische stukken voorbehouden is aan gemachtigden die advocaat of arts zijn. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de kennisneming te beperken tot een specifieke kamer of deskundige, zoals door betrokkene was verzocht. De beslissing van de Raad is genomen door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van griffier J. Tuit.