Uitspraak
OVERWEGINGEN
.De arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellante niet in staat is haar eigen werk te verrichten en heeft zes functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen berekend dat appellante meer dan 65% van het voor haar geldend maatmaninkomen zou kunnen verdienen. In lijn met deze conclusie heeft het Uwv bij besluit van 17 april 2015 vastgesteld dat appellante met ingang van 28 mei 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 7 oktober 2015 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft lichamelijk onderzoek verricht. In zijn rapport van 14 september 2015 heeft hij vastgesteld dat voor verdergaande beperkingen ten aanzien van appellantes been/knie nieuwe medische feiten ontbreken en dat de psychische klachten van na de datum in geding zijn. Verder acht deze verzekeringsarts de door appellante in bezwaar genoemde klachten aan haar rug, nek, maag en ogen en de vermoeidheidsklachten medisch niet geobjectiveerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van het oordeel van de primaire verzekeringsarts. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 24 september 2015 vermeld dat de functie samensteller elektronische apparatuur, wikkelaar (één van de functies in
SBC-code 267050) niet geschikt is voor appellante in verband met de opleidingseis. Hij heeft deze functie laten vervallen. Voor het overige heeft hij zich kunnen verenigen met het standpunt van de arbeidsdeskundige.
28 mei 2015 meer beperkt was dan de verzekeringsartsen hebben aangenomen.
14 september 2015 voldoende overtuigend gemotiveerd dat er geen aanleiding bestaat om in de FML meer beperkingen aan te nemen met betrekking tot de knie- en de beenklachten van appellante. In hoger beroep heeft appellante geen medische informatie ingebracht ter onderbouwing van haar standpunt dat zij als gevolg van haar knie- en beenklachten op de in geding zijnde datum, 28 mei 2015, meer beperkt is dan door de verzekeringsartsen van het Uwv is aangenomen.