Uitspraak
11 september 2015, 14/6393 en 15/1186 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
(de – voormalige – Jellinek) is geboden.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het beroep gegrond verklaarde en het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam vernietigde voor zover geen dwangsom was toegekend. Appellante, een vreemdeling zonder aanspraak op voorzieningen, had bezwaar gemaakt tegen de voorwaarden waaronder opvang werd geboden in het Arkingebouw te Amsterdam. Het college had haar aanvraag om opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het college een dwangsom van € 80,- verschuldigd was, maar verklaarde het beroep tegen een ander besluit ongegrond. Appellante ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank, met de stelling dat zij recht had op een minimumvoorziening over een bepaalde periode. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd geoordeeld dat de beroepsgrond van appellante niet slaagde. De Raad concludeerde dat het college terecht had beslist dat appellante geen recht had op opvang op grond van de Wmo, aangezien zij sinds februari 2014 in een asielzoekerscentrum verbleef. De Raad oordeelde dat de aangevochten uitspraak voor bevestiging in aanmerking kwam en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.