ECLI:NL:CRVB:2017:2697
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de woonlandfactor op kinderbijslag voor kinderen woonachtig in Mali
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van de woonlandfactor bij de kinderbijslag. Appellante, werkzaam bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, had haar kinderen in Mali wonen en was in geschil met de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de hoogte van de kinderbijslag. De Svb had de kinderbijslag aangepast aan het kostenniveau van Mali, wat leidde tot een lagere uitkering. Appellante betoogde dat zij en haar gezin altijd een sterke band met Nederland hebben behouden en dat de berekening van de woonlandfactor onjuist was, omdat het leven van expats in Mali duurder is dan de berekende 60%. De Raad oordeelde dat de Svb terecht de woonlandfactor had toegepast, aangezien de kinderen feitelijk in Mali woonden en de wetgever geen uitzondering had gemaakt voor uitgezonden ambtenaren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van de woonplaats van de kinderen en de toepassing van de wetgeving omtrent de woonlandfactor.