ECLI:NL:CRVB:2017:2679
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een verzoek tot besluitvorming in het bestuursrecht met betrekking tot een militair invaliditeitspensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die een militair invaliditeitspensioen ontvangt, had op 16 juli 2015 een brief gestuurd naar de Minister van Defensie met verzoeken om alternatieven voor een verzekeringsgeneeskundig onderzoek. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad oordeelt dat de brief van appellant geen aanvraag is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad stelt vast dat de rechtbank zich onbevoegd had moeten verklaren, omdat de brief van appellant niet kan leiden tot een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart de rechtbank onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. Tevens wordt bepaald dat het griffierecht aan appellant wordt vergoed.