ECLI:NL:CRVB:2017:2569

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 juli 2017
Publicatiedatum
25 juli 2017
Zaaknummer
17/3867 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juli 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 6 april 2017. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, welke termijn begint op de dag na de bekendmaking van de uitspraak. De uitspraak van de rechtbank was op 6 april 2017 aan partijen bekendgemaakt, en het beroepschrift was pas op 22 mei 2017 ontvangen, terwijl het op 19 mei 2017 ter post was bezorgd. Dit betekent dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien het na de termijn was ontvangen.

De Raad heeft verder overwogen dat indien een beroepschrift na afloop van de termijn wordt ingediend, het niet-ontvankelijk kan worden verklaard, tenzij de indiener redelijkerwijs niet in verzuim kan worden geacht. Appellant heeft echter niet gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding. Gezien deze omstandigheden heeft de Centrale Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op 25 juli 2017.

Uitspraak

Datum uitspraak: 25 juli 2017
17/3867 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 6 april 2017, 16/3018 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

Ingevolge artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van die wet geldt het volgende.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in op de dag na die waarop de aangevallen uitspraak door middel van de toezending van een afschrift aan partijen is bekendgemaakt.
Een beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
De uitspraak waartegen hoger beroep is ingesteld is op 6 april 2017 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het beroepschrift is op 22 mei 2017 ontvangen. Het is, gezien de poststempel op de enveloppe, op 19 mei 2017 ter post bezorgd.
Op grond hiervan moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
Ten aanzien van een na afloop van de beroepstermijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Bij brief van 2 juni 2017 is aan appellant gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding.
Appellant heeft daarop niet geantwoord.
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2017.
(getekend) W.F. Claessens
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.
ij