ECLI:NL:CRVB:2017:2438
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op loongerelateerde WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die zijn beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond had verklaard. Appellant, die sinds 27 januari 2009 arbeidsongeschikt is door psychische en lichamelijke klachten, had in 2010 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet WIA. Het Uwv had in 2011 vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en dit besluit was in bezwaar door de rechtbank bevestigd. In hoger beroep heeft de Raad voor de Rechtspraak de deskundige prof. dr. H.J.C. van Marle ingeschakeld om de psychische beperkingen van appellant te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat appellant op de datum in geding, 3 februari 2011, 42,46% arbeidsongeschikt was en recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad oordeelde dat het deskundigenrapport zorgvuldig en consistent was en dat de geschiktheid van de functies voor appellant afdoende was gemotiveerd. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond, waarbij het Uwv werd veroordeeld in de proceskosten van appellant.