ECLI:NL:CRVB:2017:2391
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ambtenarenrechtelijke aanstelling en vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, werkzaam op basis van een civiele arbeidsovereenkomst bij GGD Gooi en Vechtstreek, stelde dat zij recht had op een ambtenarenstatus en bijbehorende bezoldiging. Dit zou voortkomen uit een toezegging van S, haar leidinggevende, die volgens appellante een uitdrukkelijke toezegging tot aanstelling als ambtenaar had gedaan. De Raad oordeelde dat niet was komen vast te staan dat S een dergelijke toezegging had gedaan. De verklaring van S, waarin hij aangaf niet bevoegd te zijn om een toezegging te doen, werd als doorslaggevend beschouwd. De Raad concludeerde dat appellante geen ambtenaar was in de zin van de Ambtenarenwet en dat haar beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep van het dagelijks bestuur verviel.