Uitspraak
OVERWEGINGEN
6 januari 2015 om 10.00 uur appellant heeft onderzocht. De Raad heeft geen reden aan die verklaring te twijfelen. Voorts merkt de Raad in dat verband nog op dat volgens vaste rechtspraak (zie onder meer de uitspraak van de Raad van 8 oktober 2004, ECLI:CRVB:2004:AR5292) de enkele omstandigheid dat lichamelijk onderzoek in de bezwaarfase achterwege is gebleven niet betekent dat reeds om die reden de besluitvorming onzorgvuldig moet worden geacht. De rechtbank wordt gevolgd in haar oordeel dat ook overigens geen aanknopingspunten bestaan om te twijfelen aan de juistheid van de rapporten van de verzekeringsartsen van het Uwv. In hoger beroep heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in een uitgebreid rapport van 2 maart 2016 op de gronden in het aanvullende beroepsschrift en op de daarbij als bijlagen ingezonden medische rapporten gereageerd. Daarbij heeft die verzekeringsarts bezwaar en beroep punt voor punt overtuigend en inzichtelijk gemotiveerd waarom met de Functionele Mogelijkhedenlijst in voldoende mate rekening is gehouden met de bij appellant ingevolge zijn psychische klachten en handklachten bestaande beperkingen voor het verrichten van arbeid. Niet kan worden gezegd dat de rechtbank bij het vormen van haar in de aangevallen uitspraak weergegeven oordeel heeft miskend dat de psychische klachten en handklachten van appellant door het Uwv zijn onderschat. Wat betreft het door appellant overgelegde rapport van de cardioloog
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.