ECLI:NL:CRVB:2017:2336
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y. J. Klik
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete wegens schending inlichtingenverplichting bij bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij hen een boete is opgelegd wegens het niet tijdig melden van gewijzigde inkomsten. Appellanten ontvangen sinds 6 januari 2011 bijstand op grond van de Participatiewet. Eerder, op 16 januari 2013, heeft het college de bijstand van appellanten herzien en een bedrag van € 4.877,72 teruggevorderd wegens het niet melden van inkomsten uit arbeid. In 2014 werd hen een boete opgelegd van € 2.250,-, die later werd verlaagd tot € 2.247,80. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellanten gegrond verklaard en de boete vastgesteld op € 1.690,-. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat zij de inlichtingenverplichting niet hebben geschonden en dat de hoogte van de boete onterecht is vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellanten de inlichtingenverplichting inderdaad hebben geschonden, maar dat er geen sprake is van grove schuld. De Raad oordeelt dat de boete moet worden vastgesteld op 50% van het benadelingsbedrag, wat resulteert in een boete van € 1.123,90. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze de boete betreft en bevestigt de uitspraak voor het overige. Tevens wordt het college veroordeeld in de kosten van appellanten tot een bedrag van € 990,-. De uitspraak is gedaan op 4 juli 2017.