ECLI:NL:CRVB:2017:2262
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Beperking van kennisneming in bestuursrechtelijke procedures met betrekking tot Wmo-hulpmiddelen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 januari 2016, waarin een verzoek om beperking van de kennisneming van bepaalde stukken door het college van burgemeester en wethouders van Delft werd behandeld. Het betreft een raamovereenkomst inzake Wmo-hulpmiddelen en een aanbestedingsdocument. Appellant heeft gesteld dat de gevraagde beperking van de kennisneming niet gerechtvaardigd is, omdat de raamovereenkomst geen bedrijfseconomische gegevens bevat en het aanbestedingsdocument openbaar is. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 juni 2017 geoordeeld dat het belang van appellant bij inachtneming van het verdedigingsbeginsel zwaarder weegt dan het belang van het college bij beperking van de kennisneming. De Raad heeft bepaald dat de stukken die onder de beperking vallen, aan het college worden teruggezonden met de mogelijkheid om deze opnieuw in te zenden. De Raad heeft ook aangegeven dat de behandeling van het hoger beroep zo nodig door een andere kamer kan worden voortgezet.