ECLI:NL:CRVB:2017:2248
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wubo wegens onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juni 2017 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellant en de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant, geboren in 1938 in het voormalig Nederlands-Indië, had een aanvraag ingediend op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvraag werd afgewezen omdat niet voldoende was aangetoond dat de appellant was getroffen door oorlogsgeweld. De Raad oordeelde dat de appellant niet direct betrokken was bij de gevechten en bombardementen die plaatsvonden in Kertosono en Soerabaja. De Raad concludeerde dat de appellant geen letsel had opgelopen als gevolg van de oorlogshandelingen, en dat de omstandigheden waaronder hij had geleefd niet voldeden aan de strenge criteria van de Wubo. De uitspraak benadrukt dat voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer een directe betrokkenheid bij oorlogsgeweld vereist is, wat in dit geval niet kon worden vastgesteld. De Raad verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.