ECLI:NL:CRVB:2017:2208
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- F. Hoogendijk
- N.R. Docter
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante ontving sinds 1987 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Hengelo ontdekte dat appellante beschikte over een onbekende bankrekening bij de ING, waarop zij een persoonsgebonden budget (pgb) ontving. Dit leidde tot een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Het college heeft vervolgens besluiten genomen om de bijstand van appellante in te trekken en een boete op te leggen wegens schending van de inlichtingenverplichting. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij deze verplichting niet heeft geschonden, maar de Raad oordeelde dat appellante niet had gemeld dat zij een bankrekening had en dat zij daarop pgb-gelden ontving. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die de boete had verlaagd maar de intrekking van de bijstand had gehandhaafd. De Raad concludeerde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht had op bijstand in de periode van 1 augustus 2011 tot en met 28 oktober 2013, en dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond voor intrekking van de bijstand opleverde.