ECLI:NL:CRVB:2017:22
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in sociale zekerheidsrechtelijke zaak met betrekking tot WAO-uitkering en inschrijving in de Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 januari 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die een WAO-uitkering ontvangt. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.R. Kellerman, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om een voorlopige voorziening was afgewezen. De zaak draait om de stopzetting van de WAO-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) omdat de verzoeker niet ingeschreven stond in de Basisregistratie Personen (BRP). De gemeente Vlissingen had verzoeker geregistreerd als 'Vertrokken Onbekend Waarheen', wat leidde tot de opschorting van zijn uitkering. De verzoeker stelde dat hij in een overmachtssituatie verkeerde en dat hij niet in staat was om zich in te schrijven bij een gemeente, wat volgens hem in strijd was met zijn mensenrechten.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen sprake was van een spoedeisend belang in financieel opzicht bij het treffen van de gevraagde voorziening. De rechter oordeelde dat de verzoeker zelf verantwoordelijk was voor zijn inschrijving en dat hij onvoldoende had aangetoond dat hij niet in staat was om dit te regelen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat hij de problemen rondom zijn inschrijving niet kon oplossen. De rechter heeft ook geen aanleiding gezien om de argumenten van de verzoeker over strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten te bespreken, aangezien deze niet relevant waren voor de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de uitkeringsgerechtigde om zich in te schrijven bij de gemeente en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. De voorzieningenrechter heeft geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, en de beslissing is openbaar gemaakt op 3 januari 2017.