ECLI:NL:CRVB:2017:2170
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beroep op betalingsonmacht voor griffiegeld in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep (zaaknummer 16/4977 PW) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.A. Namaki, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 5 juli 2016, waarin het verzoek om vrijstelling van het griffierecht was afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 124,- heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaningen en verzoeken om informatie over zijn financiële situatie. De Raad heeft de appellant gewezen op de gevolgen van het niet betalen van het griffierecht, waaronder de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De appellant heeft weliswaar een aanvraag voor bijzondere bijstand ingediend, maar heeft niet tijdig gereageerd op de verzoeken van de Raad. Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim is geweest, en heeft het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.