ECLI:NL:CRVB:2017:2168
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsverlening en terugvordering op basis van niet-naleving inlichtingenverplichting bij verkoop van katten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante ontving sinds 20 oktober 2013 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een melding over een mogelijke gezamenlijke huishouding heeft de gemeente Tilburg een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan appellante. Tijdens dit onderzoek bleek dat appellante op Marktplaats katten te koop aanbood, wat zij niet had gemeld bij het college. Dit leidde tot de intrekking van haar bijstand en de terugvordering van € 8.257,18 over een bepaalde periode.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep betwistte appellante dat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden en stelde dat de advertenties op Marktplaats betrekking hadden op dezelfde kat, zonder dat zij inkomsten had verworven. De Raad oordeelde dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. De Raad concludeerde dat appellante redelijkerwijs had moeten begrijpen dat haar activiteiten van belang waren voor de bijstandsverlening, en dat haar administratie onvoldoende was om de omvang van haar activiteiten en de daaruit genoten inkomsten vast te stellen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.