Uitspraak
OVERWEGINGEN
schriftelijk binnen zes wekenna dagtekening van deze brief aan de commissie toe te zenden (…)”.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van betrokkene tegen zijn ontslag wegens ernstig plichtsverzuim gegrond heeft verklaard. Betrokkene was sinds 1 april 2007 werkzaam bij de gemeente [naam gemeente a] en is per 29 oktober 2014 ontslagen door het dagelijks bestuur van de Utrechtse Waarden Samenwerking (UWS) wegens oplichting en valsheid in geschrifte. Betrokkene had bezwaar gemaakt tegen dit ontslag, maar het dagelijks bestuur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet op de juiste wijze was ingediend. De rechtbank oordeelde dat het dagelijks bestuur ten onrechte had gesteld dat het bezwaarschrift niet correct was ingediend, omdat het per e-mail was ingediend en het dagelijks bestuur dit had geaccepteerd. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat het dagelijks bestuur betrokkene niet voldoende gelegenheid had geboden om het verzuim te herstellen. De Raad oordeelde verder dat de gedragingen van betrokkene, die zowel tot zijn privédomein als tot zijn ambtelijke functie behoorden, ernstig plichtsverzuim opleverden. De Raad verklaarde het beroep tegen het besluit van 19 mei 2016 ongegrond en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.