Uitspraak
OVERWEGINGEN
1 januari 2014 tot en met 17 juli 2014. Over deze periode is onvoldoende aan de verantwoordingsverplichtingen als bedoeld in artikel 2.6.9 van de Rsa voldaan. De bedragen die de zorgverlener stelt maandelijks te hebben ontvangen komen niet overeen met de bedragen op de declaratieformulieren. Verder is de zorgverlener contant betaald. Het Zorgkantoor was op grond van artikel 4:46, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd het pgb op nihil vast te stellen. De door appellanten aangevoerde omstandigheden leiden niet tot het oordeel dat het Zorgkantoor niet in redelijkheid tot de gemaakte belangenafweging heeft kunnen komen. Verder was het Zorgkantoor bevoegd tot terugvordering van de onverschuldigd betaalde voorschotten over te gaan. De aangevoerde omstandigheid dat appellanten daardoor mogelijk in financiële problemen zullen raken, biedt onvoldoende grondslag voor een ander oordeel.