In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar die teruggeplaatst is in zijn oorspronkelijke functie na niet te voldoen aan de opleidingseisen voor een nieuwe functie binnen de Belastingdienst. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L.A. Helmer, had gesolliciteerd naar een functie binnen het project Werving Intensivering Toezicht & Invordering (ITI) en was met ingang van 19 augustus 2013 in die functie geplaatst. Hij diende de associate degree accountancy (AD/AC) opleiding te volgen, maar voldeed niet aan de eisen, waaronder het behalen van voldoende resultaten binnen de gestelde termijn. De staatssecretaris van Financiën had besloten dat de appellant teruggeplaatst moest worden in zijn oorspronkelijke functie, wat door de rechtbank Rotterdam werd bekrachtigd. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht had gehandeld. De Raad oordeelde dat de appellant niet voldeed aan het Toetskader, dat slechts één herkansing per vak toestaat, en dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die aanleiding gaven tot maatwerk. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugplaatsing in de oorspronkelijke functie niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel. De uitspraak werd gedaan op 8 juni 2017.