4.2.Zoals de Raad in de onder 1.1 aangehaalde uitspraken van 1 juni 2015 tot uitdrukking heeft gebracht kan de TPT, anders dan de korpschef tot uitgangspunt heeft genomen, niet worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift. Dit neemt niet weg dat aan deze tabel, zoals ook de rechtbank heeft overwogen, mede op grond van de waarborgen waarmee de totstandkoming ervan is omgeven, een zwaarwegende betekenis moet worden gehecht en dat de korpschef bij het nemen van besluiten over de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie ervan mag uitgaan dat toepassing van de voor het matchingsproces geldende regels tot de in de tabel vermelde uitkomst leidt. Hij mag in beginsel volstaan met een verwijzing naar de TPT. Het is aan de betrokken politieambtenaar om aannemelijk te maken dat de matching niet overeenkomstig de Regeling overgang naar een LFNP functie (Regeling) is geschied of dat het resultaat van de matching anderszins onhoudbaar is te achten. Het enkele feit dat een andere uitkomst ook verdedigbaar zou zijn geweest, is niet voldoende.
4.3.1.Volgens de beleidsregel Instructie organieke matching (Stcrt. 2012, nr. 10411, zoals nadien gewijzigd, Stcrt. 2013, nr. 12776) (Beleidsregel), voor zover hier van belang, geldt voor het domein Uitvoering de volgende definitie: ‘Het domein Uitvoering draagt in de zin van het LFNP bij aan één van de vakgebieden vallend onder dit domein, te weten: Beveiliging, G(ebieds) G(ebonden) P(olitie), Informantenrunner, Intelligence, Interventie, Meldkamer, Observatie, Tactische Opsporing, Forensische Opsporing, Luchtvaart, Intake & Service en Operationeel Specialismen. Het domein Uitvoering levert een directe bijdrage aan operationele politietaken, en staat daarmee in rechtstreeks verband met de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de openbare orde en veiligheid en/of leefbaarheid in de samenleving.’
4.3.2.Uit bijlage 3 bij de Beleidsregel blijkt dat het vakgebied Meldkamer bijdraagt aan de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde door intake voor spoedeisende hulp, door regie op en ondersteuning van de inzet van politie en/of hulpdiensten en door eventuele opschaling. Het vakgebied [vakgebied 1] draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving door de intake van burgerverzoeken te verrichten, inzetverzoeken van collega’s te behandelen en service te verlenen door politiële administratieve ondersteuning te verrichten.
4.3.3.Blijkens stap 7 van de Beleidsregel vindt, nadat het domein is bepaald, vervolgens indeling in een vakgebied plaats. Hiertoe wordt kern en/of doel van de functie in aanmerking genomen en vergeleken met de resultaatomschrijvingen van de LFNP-vakgebieden uit het betreffende domein. Wanneer niet aanstonds een keuze voor een vakgebied kan worden gemaakt, wordt de functiebeschrijving ingedeeld in het vakgebied dat het meest vergelijkbaar is.
4.4.1.Volgens appellante moet worden afgeweken van de uitkomst van de in de bijlage bij de Regeling overgang naar een LFNP-functie opgenomen TPT, omdat de uitkomst van de matching in haar situatie onhoudbaar is. Zij vindt dat in haar geval het verkeerde vakgebied is gekozen. Dit had het vakgebied Meldkamer moeten zijn in plaats van [vakgebied 1]. De functiebeschrijving [functie 1] [Politieregio 1] voldoet volgens appellante aan alle kenmerken van het vakgebied Meldkamer, terwijl niet wordt voldaan aan de essentialia van het vakgebied [vakgebied 1].
4.4.2.Appellante wordt niet gevolgd in dit betoog. Zij is blijkens haar korpsfunctiebeschrijving onder meer belast met het ‘zelfstandig aannemen, prioriteren en doorzetten van telefonische meldingen via 112’. Deze taak is te herleiden tot ‘het aannemen en doorverbinden van 112-meldingen, zodat de meldkamer optimaal wordt benut’, zoals vermeld onder ‘Intake aangiften, vergunningaanvragen en vragen’ van de LFNP-functie [functie 2]. De taken van appellante gerangschikt onder ‘gegevensbehandeling’ zijn wat betreft aard en strekking te vergelijken met ‘registratie’ en ‘interne serviceverlening’ van de [functie 2]. Voorts bevat de korpsfunctiebeschrijving van appellante niet ‘noodhulpregie’ en/of het ‘aansturen van eerste inzet van personeel en middelen en de solo-inzet op straat’, zoals vermeld in de LFNP-functie Generalist Meldkamer. Gelet op het voorgaande is de keuze voor het vakgebied [vakgebied 1] niet onhoudbaar. Dat indeling in de functie Generalist Meldkamer ook verdedigbaar is, is onvoldoende voor het slagen van deze beroepsgrond.
4.5.1.Appellante heeft aangevoerd dat sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel. Op
1 oktober 2010 is de meldkamer van de voormalige politieregio [politieregio 2] (waar appellante werkzaam was) samengevoegd met de meldkamer van de politieregio [politieregio 3], waarna de [Politieregio 1] is ontstaan. Centralisten van Noord Oost Gelderland zijn wel ingedeeld in de functie Generalist Meldkamer. Zij werkten allen op dezelfde werkplek en verrichtten dezelfde werkzaamheden.
4.5.2.Dit betoog slaagt niet. De politieambtenaren die volgens appellante eenzelfde functie uitoefenden waren werkzaam in een ander voormalig korps. Bovendien kan er niet aan worden voorbijgegaan dat er verschillen zijn tussen de korpsfunctiebeschrijving van appellante en die van door haar genoemde collega’s, hoe beperkt ook.