ECLI:NL:CRVB:2017:1982
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen besluiten studiefinanciering en studentenreisproduct
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Appellant had bezwaar gemaakt tegen verschillende besluiten van de minister met betrekking tot zijn studiefinanciering en het studentenreisproduct. De minister had appellant in een eerder besluit meegedeeld dat hij geen recht meer had op een studentenreisproduct en dat hij dit tijdig moest stopzetten om een OV-schuld te voorkomen. Appellant heeft echter zijn studentenreisproduct niet tijdig stopgezet, wat leidde tot een oplopende OV-schuld. De minister verklaarde het bezwaar van appellant tegen de besluiten niet-ontvankelijk, omdat appellant te laat bezwaar had gemaakt. De rechtbank Amsterdam heeft deze beslissing van de minister bevestigd.
In hoger beroep heeft de Raad de overwegingen van de rechtbank onderschreven. De Raad oordeelde dat de minister terecht het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellant had niet tijdig gereageerd op de besluiten van de minister en de omstandigheden die hij aanvoerde, zoals miscommunicatie en verbouwing, werden niet als verschoonbaar beschouwd. De Raad benadrukte dat appellant op de hoogte was van zijn verplichtingen en dat hij had moeten afleiden uit de ontvangen berichten dat er een probleem was met zijn studentenreisproduct. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.