ECLI:NL:CRVB:2017:1937
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
Op 30 mei 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een appellant die in hoger beroep ging tegen een uitspraak van de rechtbank, waarin het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam betrokken was. De rechtbank had op 24 juni 2016 uitspraak gedaan in de onderliggende zaak (15/245). Tijdens de zitting op 18 april 2017 heeft de appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. J. Nieuwstraten, het hoger beroep ingetrokken. Tegelijkertijd heeft hij verzocht om een proceskostenveroordeling van het college.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het college gedeeltelijk aan het hoger beroep tegemoet is gekomen door het bedrag van de terugvordering te verlagen met € 1.202,76. Dit leidde tot de mogelijkheid om het college te veroordelen in de proceskosten, zoals bepaald in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht. Het college heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek om proceskostenvergoeding.
De Raad heeft vervolgens de proceskosten begroot op € 990,- voor verleende rechtsbijstand, en heeft het college veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de appellant. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.L. Boxum, met L.V. van Donk als griffier.