Uitspraak
OVERWEGINGEN
25 juni 2012 vastgesteld dat voor betrokkene met ingang van 2 juli 2012 (datum in geding) geen recht op een WIA-uitkering is ontstaan. Bij besluit van 26 november 2012 (bestreden besluit) heeft het Uwv het door betrokkene tegen het besluit van 25 juni 2012 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
13 maart 2014 te kennen gegeven met de visie van de deskundige mee te gaan. Hij heeft daarbij benadrukt dat de vraagstelling over concentreren en handelingstempo specifiek betrekking had op de arbeidsrol en heeft op basis hiervan nadere beperkingen aangenomen in de rubrieken 1.1 en 1.2 (vasthouden en verdelen van de aandacht) en 1.9.8 (specifieke voorwaarden voor het functioneren in arbeid). Voorts heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep te kennen gegeven dat de vaststelling door de deskundige dat betrokkene beperkt is voor werken in een team, maar wel in een groep kan werken, er volgens de
CBBS-systematiek toe leidt dat betrokkene beperkt, en niet zeer beperkt, geacht moet worden voor samenwerken. Over het aspect vervoer heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep ten slotte te kennen gegeven dat de actieradius van betrokkene bij gebruikmaking van een
werk-vervoersvoorziening niet beperkt zal zijn.