Uitspraak
mr. E. Kort-Schenk.
OVERWEGINGEN
24 juni 2010 heeft de Svb appellant een pensioenoverzicht doen toekomen. Daarin is vastgesteld dat appellant gedurende de periode van 1 juni 1984 tot en met 31 december 1992 niet verzekerd is geweest voor de Algemene Ouderdomswet (AOW), omdat hij in dat tijdvak heeft gewerkt in België. Appellant heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt.
1 juni 1984 tot en met 29 april 2005. Dit betekent dat de Belgische wetgeving, onder uitsluiting van de Nederlandse wetgeving, van toepassing is. Appellant heeft beroep ingesteld tegen dit besluit doch dit beroep ingetrokken. Het besluit van 18 augustus 2011 is daarmee in rechte komen vast te staan.
29 augustus 2013 nadere informatie gevraagd aan appellant. Uit deze brief blijkt dat de Svb inmiddels informatie heeft waaruit blijkt dat appellant van 3 februari 1994 tot en met
31 december 1995 werkzaam is geweest bij [naam werkgever] te [woonplaats]. De Svb heeft appellant gevraagd te berichten of deze informatie al dan niet juist is. Uit de door appellant op 8 oktober 2013 verstrekte informatie is gebleken dat hij van 3 februari 1994 tot
31 december 2007 38 uur per week werkzaam is geweest in Nederland als financieel manager van [naam werkgever].