ECLI:NL:CRVB:2017:1879

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 mei 2017
Publicatiedatum
23 mei 2017
Zaaknummer
16/4966 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Noord-Nederland

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 16/4966 AW. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. N.D. Dane, advocaat. De appellant had eerder een verzoek om proceskostenvergoeding ingediend, nadat de rechtbank Noord-Nederland op 23 juni 2016 een uitspraak had gedaan in een vergelijkbare zaak (15/1035). De appellant trok het hoger beroep in, maar verzocht tegelijkertijd om vergoeding van de proceskosten. De korpschef van politie, vertegenwoordigd door mr. H.J. de Wit, diende een verweerschrift in en maakte gebruik van de gelegenheid om zijn standpunt kenbaar te maken. Het onderzoek ter zitting werd met toestemming van beide partijen achterwege gelaten.

De Centrale Raad van Beroep overwoog dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval was er echter geen sprake van dat de korpschef de appellant tegemoet was gekomen, zoals bedoeld in de wet. De gemachtigde van de appellant had verzocht om rectificatie van de uitspraak van de rechtbank, maar de korpschef had geen ander standpunt ingenomen. Daarom werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.

De uitspraak werd gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van griffier E. Blijleven-de Vries, en werd openbaar uitgesproken op 23 mei 2017.

Uitspraak

Datum uitspraak: 23 mei 2017
16/4966 AW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van
23 juni 2016, 15/1035 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Korpschef van politie (korpschef)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. N.D. Dane, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 12 oktober 2016 heeft mr. Dane namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig verzocht om vergoeding van de proceskosten.
Mr. H.J. de Wit heeft als gemachtigde van de korpschef gebruik gemaakt van de gelegenheid om een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellant is het hoger beroep ingetrokken omdat de rechtbank de uitspraak van
23 juni 2016 heeft gerectificeerd met de uitspraak tot rectificatie van 11 oktober 2016.
In dit geval is er geen sprake van dat de korpschef appellant is tegemoetgekomen zoals bedoeld in artikel 8:75a van de Awb. De gemachtigde van appellant heeft verzocht om rectificatie van de uitspraak van de rechtbank en tevens hoger beroep tegen die uitspraak ingesteld. De korpschef heeft geen ander standpunt ingenomen. Het verzoek om proceskostenvergoeding zal worden afgewezen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van
E. Blijleven-de Vries als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2017.
(getekend) B.J. van de Griend
(getekend) E. Blijleven-de Vries

HD