ECLI:NL:CRVB:2017:183
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsverlening na niet tijdig aanleveren van bankafschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die de bezwaren tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving sinds 1 juni 2013 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had de verplichting om bankafschriften van haar Chileense bankrekening aan te leveren. Ondanks herhaalde verzoeken van de gemeente heeft appellante deze afschriften niet tijdig kunnen overleggen, wat leidde tot opschorting en intrekking van haar bijstandsverlening. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de termijn die appellante is gegeven om de bankafschriften aan te leveren niet onredelijk kort was en dat appellante zelf verantwoordelijk is voor het niet tijdig aanleveren van de gevraagde gegevens. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat aan de voorwaarden voor opschorting en intrekking van de bijstand is voldaan. De Raad wijst erop dat appellante niet heeft aangetoond dat zij niet in staat was om de gevraagde informatie te verkrijgen en dat de bijzondere omstandigheden die zij aanvoert, in haar risicosfeer liggen.