ECLI:NL:CRVB:2017:1829
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde verkoop van kinderkleding op Marktplaats
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de rechtbank het beroep van appellante ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving van 18 februari 2010 tot en met 25 september 2013 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) samen met haar partner. Na een melding van een sociale rechercheur dat appellante kinderkleding op Marktplaats verkocht, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de conclusie dat appellante geen melding had gemaakt van haar inkomsten uit de verkoop van kinderkleding, wat resulteerde in een besluit van het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren om de bijstand over de periode van 11 december 2010 tot en met 25 september 2013 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de omvang van haar activiteiten niet zodanig was dat zij dit had moeten melden. De Raad overweegt dat de schending van de inlichtingenverplichting door appellante een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. De Raad bevestigt dat het aan het bijstandverlenend orgaan is om de nodige kennis over de relevante feiten te vergaren en dat appellante de op haar rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.