ECLI:NL:CRVB:2017:1828
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot disciplinaire straf van verplaatsing
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, werkzaam als beveiligingsbeambte, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Defensie, waarbij hem een disciplinaire straf van verplaatsing was opgelegd. Dit besluit volgde op meldingen van huiselijk geweld en ongewenst gedrag jegens zijn partner. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was, met name wat betreft de imagoschade en de evenredigheid van de opgelegde straf. De voorzieningenrechter concludeerde dat er een redelijke kans bestond dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep niet in stand zou blijven. Daarom werd besloten om de werking van het bestreden besluit te schorsen totdat op het hoger beroep was beslist. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die op € 990,- werden begroot.