ECLI:NL:CRVB:2017:174
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek bijzondere bijstand warmtetoeslag slaapkamer; onvoldoende gemotiveerd; opdracht nieuw besluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor warmtetoeslag in de slaapkamer is behandeld. Appellanten, die sinds 1 september 2008 bijstand ontvangen, hebben op 2 februari 2015 bijzondere bijstand aangevraagd voor extra verwarmingskosten. De aanvraag werd gedaan door appellant, maar betreft ook appellante, die eveneens chronisch ziek is. De gemeente Rotterdam heeft op basis van medisch advies van de GGD besloten om alleen warmtetoeslag voor de woonkamer toe te kennen, omdat er geen medische noodzaak zou zijn voor extra stookkosten in de slaapkamer en badkamer. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat de aanvraag ook voor appellante geldt en dat er wel degelijk een medische noodzaak is voor extra stookkosten in de slaapkamer en badkamer. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er geen medische noodzaak zou zijn voor de slaapkamer en badkamer. De Raad stelt vast dat de medische adviezen niet expliciet aangeven dat de extra stookkosten alleen voor de woonkamer zijn bedoeld. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college, en bepaalt dat het college een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellanten.