In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 mei 2017 uitspraak gedaan over een rectificatie van een eerdere uitspraak van 11 januari 2017. De Raad constateerde dat er kennelijke fouten waren gemaakt in de eerdere uitspraak, waaronder een onjuiste zittingsdatum en onjuiste bedragen met betrekking tot de hoogte van de boete en de proceskosten. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft geen bezwaren geuit, en de gemachtigde van de appellante heeft niet gereageerd binnen de gestelde termijn, waardoor de Raad ervan uitgaat dat ook deze partij geen bezwaar heeft tegen de rectificatie.
De Raad heeft de uitspraak van 11 januari 2017 gewijzigd door het bedrag van de boete vast te stellen op € 1.196,- in plaats van het eerder vastgestelde bedrag van € 2.745,08. Tevens is bepaald dat de minister het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 168,- aan de appellante vergoedt. De uitspraak tot rectificatie is openbaar gemaakt en de gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De beslissing is genomen door J. Brand, met R.L. Rijnen als griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 3 mei 2017.