ECLI:NL:CRVB:2017:1647
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- E.C.R. Schut
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde auto-transacties
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die van 25 mei 2009 tot 21 januari 2013 bijstand ontving samen met haar toenmalige echtgenoot. Vanaf 22 januari 2013 ontving zij bijstand als alleenstaande ouder. Naar aanleiding van een anonieme melding dat haar echtgenoot auto’s naar Marokko zou wegbrengen, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit leidde tot de conclusie dat de echtgenoot van appellante handelde in voertuigen en dat deze inkomsten niet aan het college zijn gemeld. Hierdoor heeft het college besloten de bijstand over verschillende maanden in te trekken en terug te vorderen, wat resulteerde in een bedrag van € 8.768,22.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante zich verzet tegen deze uitspraak, maar de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante niet aan haar informatieplicht heeft voldaan. De Raad stelt vast dat er geen bewijs is geleverd dat appellante recht had op bijstand, omdat de benodigde gegevens over de transacties ontbraken. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de intrekking en terugvordering van de bijstand rechtmatig zijn verklaard.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de argumenten van appellante hebben overwogen, maar uiteindelijk tot de conclusie zijn gekomen dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.