ECLI:NL:CRVB:2017:1600
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening aan dakloze op basis van onjuiste verblijfplaatsinformatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een dakloze, had op 2 april 2015 bijstand aangevraagd op basis van de Participatiewet (PW). Hij gaf aan op twee locaties in Amsterdam te verblijven, maar tijdens meerdere locatiebezoeken door de gemeente Amsterdam werd hij niet aangetroffen. De gemeente concludeerde dat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door onjuiste informatie te verstrekken over zijn verblijfplaats. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen de afwijzing van zijn bijstandsaanvraag ongegrond.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat het onderzoek door de Dienst Werk en Inkomen (DWI) onzorgvuldig was en dat hij wel degelijk op de opgegeven locaties aanwezig was. De Raad overwoog dat het aan de appellant was om aannemelijk te maken dat hij dakloos was en dat hij de nodige duidelijkheid moest verschaffen over zijn verblijfplaats. De Raad concludeerde dat de handhavingsspecialisten van de DWI de juiste locaties hadden bezocht en dat de appellant niet was aangetroffen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor aanvragers van bijstand en de noodzaak om controleerbare gegevens te verstrekken over hun verblijfplaats. De Raad oordeelde dat de appellant niet aan deze verplichting had voldaan, waardoor zijn recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van griffier C.A.E. Bon.