Uitspraak
.Appellant is verschenen bijgestaan door mr. Ouwerling. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank, voor zover van belang, het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank is van oordeel dat de appellant verweten gedragingen ernstig plichtsverzuim opleveren dat hem kan worden toegerekend, zodat het college bevoegd was om appellant een disciplinaire straf op te leggen. De straf van ontslag is niet onevenredig aan de aard en ernst van het plichtsverzuim. Van een schending van het verbod van willekeur of schending van het gelijkheidsbeginsel is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Het college heeft aannemelijk gemaakt dat de andere leidinggevenden zich niet in gelijke mate schuldig hebben gemaakt aan plichtsverzuim. Voorts gold appellant als een gewaarschuwd man, omdat hij bij besluit van 22 december 2011 gewaarschuwd was wegens handelen in strijd met de integriteitsregels.
Appellant heeft zich op de hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.