ECLI:NL:CRVB:2017:1500
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Zorginstituut Nederland
Op 19 april 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen Zorginstituut Nederland. De zaak betreft een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 april 2016, waarin het beroep van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante had in 2015 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het Zorginstituut. De rechtbank oordeelde dat niet gebleken was van een verzoek van appellante aan het Zorginstituut om een besluit te nemen.
In hoger beroep heeft appellante zich gekeerd tegen deze niet-ontvankelijk verklaring. Het Zorginstituut heeft in zijn verweerschrift de bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit. Tijdens de zitting op 8 maart 2017 is appellante verschenen, terwijl het Zorginstituut werd vertegenwoordigd door mr. M. Mulder.
De Raad heeft overwogen dat appellante in beroep noch in hoger beroep heeft geconcretiseerd op welke (nieuwe) aanvraag of welk bezwaar het Zorginstituut volgens haar had moeten beslissen. De procedure biedt geen ruimte voor een hernieuwde discussie over eerdere besluiten van het Zorginstituut en de rechtbank. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.