ECLI:NL:CRVB:2017:144
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering na niet verschijnen op gesprek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de intrekking van zijn bijstandsuitkering werd bevestigd. Appellant ontvangt sinds 8 augustus 2013 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad heeft appellant uitgenodigd voor verschillende gesprekken, maar hij is zonder bericht van verhindering niet verschenen. Dit leidde tot de opschorting van zijn bijstandsuitkering per 1 mei 2015 en uiteindelijk tot de intrekking van de bijstand. Appellant heeft aangevoerd dat hij door medische klachten, waaronder COPD, niet in staat was om op de afspraken te verschijnen. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellant, ondanks zijn klachten, in staat was om telefonisch contact op te nemen en dat het college terecht de bijstandsuitkering heeft ingetrokken. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat aan de voorwaarden voor intrekking van de bijstand is voldaan. De uitspraak is gedaan door G.M.G. Hink, met L.L. van den IJssel als griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 januari 2017.