ECLI:NL:CRVB:2017:1437

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 april 2017
Publicatiedatum
14 april 2017
Zaaknummer
15/5606 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. W.A. Timmer, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 12 januari 2017 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Vervolgens heeft appellante op 19 januari 2017 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. Het Uwv heeft zich akkoord verklaard met dit verzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft, zonder zitting, het onderzoek gesloten en zich gebogen over de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, het Uwv veroordeeld kan worden in de kosten die appellante heeft gemaakt in zowel de bezwaarfase als het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 990,- voor de beroepsfase en € 495,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totale vergoeding van € 1.485,-. De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 april 2017.

Uitspraak

Datum uitspraak: 14 april 2017
15/5606 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 juli 2015, 14/4048
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. W.A. Timmer, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 12 januari 2017 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 19 januari 2017 heeft mr. Timmer namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft zich geconformeerd aan het verzoek van appellante.
Met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 12 januari 2017 volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
Aangezien het Uwv reeds heeft besloten tot vergoeding van de gemaakte kosten in de bezwaarfase, staat nog alleen ter beoordeling de in beroep en hoger beroep gemaakte kosten.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 990,- in beroep en € 495,- in hoger beroep.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 1.485,-
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van
K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
14 april 2017.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) K.R. van Renswoude

KP