ECLI:NL:CRVB:2017:1437
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. W.A. Timmer, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 12 januari 2017 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Vervolgens heeft appellante op 19 januari 2017 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. Het Uwv heeft zich akkoord verklaard met dit verzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft, zonder zitting, het onderzoek gesloten en zich gebogen over de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, het Uwv veroordeeld kan worden in de kosten die appellante heeft gemaakt in zowel de bezwaarfase als het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 990,- voor de beroepsfase en € 495,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totale vergoeding van € 1.485,-. De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 april 2017.