ECLI:NL:CRVB:2017:1384
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsverlening en afwijzing nieuwe aanvraag wegens niet voldoen aan inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsverlening aan appellant, die sinds 2 september 2013 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). Het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst had twijfels over de woonplaats van appellant en nodigde hem uit voor gesprekken om informatie te verstrekken. Appellant verscheen echter niet op de oproepen en voldeed niet aan zijn inlichtingenverplichting. Hierdoor kon het dagelijks bestuur niet vaststellen of appellant recht had op bijstand, wat leidde tot de intrekking van zijn bijstandsverlening per 16 december 2015.
Appellant diende op 30 december 2015 een nieuwe aanvraag in, waarbij hij aangaf te zijn verhuisd naar een ander adres. Het dagelijks bestuur weigerde deze aanvraag na een huisbezoek, waaruit bleek dat appellant niet op het opgegeven adres woonde. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. Appellant ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen en dat het dagelijks bestuur terecht de bijstand had ingetrokken en de nieuwe aanvraag had afgewezen.
De Raad concludeerde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op het nieuwe adres woonde en dat het dagelijks bestuur niet verplicht was om opnieuw een huisbezoek af te leggen na de verhuizing. De uitspraak werd gedaan op 11 april 2017 door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep.