ECLI:NL:CRVB:2017:1371
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venlo inzake terugvordering bijstandsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venlo, waarbij een terugvordering van bijstandsuitkering is opgelegd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 april 2017 uitspraak gedaan. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.J.T.J. Meuwissen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 8 februari 2016. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit van het college ongegrond verklaard. Het college had op 22 januari 2013 een besluit genomen tot terugvordering van bijstandsuitkering over een periode van bijna tien jaar, met een totaalbedrag van € 111.804,43. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt en in een kort geding geprobeerd het conservatoir beslag op zijn woning op te heffen, maar dit werd afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de brief van 20 februari 2015, waarin appellant werd aangemaand het openstaande bedrag te betalen, moet worden aangemerkt als een aanmaning in de zin van artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat er geen rechtsmiddelen openstaan tegen deze aanmaning, zoals ook is bepaald in artikel 8:4 van de Awb. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen gronden gevonden om de proceskosten te veroordelen.