ECLI:NL:CRVB:2017:1348
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot herziening uitspraak
In deze zaak heeft verzoekster, die betrokken is bij een procedure met nummer 16/7749, verzocht om herziening of vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 21 juli 2016. Tevens heeft zij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, waarbij zij aanvoert dat de eerdere uitspraak een grote invloed heeft op haar leven en toekomst, en haar belemmert bij het vinden van nieuw werk. De korpschef van politie heeft geen verweerschrift ingediend en was niet vertegenwoordigd tijdens de zitting op 10 maart 2017, waar verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat, mr. I. Atar.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat op basis van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er sprake is van onverwijlde spoed. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat de door verzoekster aangevoerde redenen geen spoedeisend belang opleveren om vóór de uitspraak op het verzoek om herziening een voorlopige voorziening te treffen. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door J.N.A. Bootsma, in tegenwoordigheid van griffier W.A.M. Ebbinge, en is openbaar uitgesproken op 6 april 2017.