ECLI:NL:CRVB:2017:1295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening door schending medewerkingsverplichting
Op 4 april 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een afwijzing van een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Appellant had bijstand aangevraagd, maar verscheen niet op twee uitnodigingen voor een gesprek met de Dienst Werk en Inkomen (DWI) om zijn woon- en leefsituatie te verduidelijken. Het college heeft de aanvraag afgewezen op grond van schending van de medewerkingsverplichting en inlichtingenverplichting, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat een aanvrager van bijstand de feiten en omstandigheden moet aannemelijk maken die nopen tot inwilliging van de aanvraag. Het college had twijfels over de woon- en leefsituatie van appellant, wat aanleiding gaf tot de uitnodigingen voor het gesprek. De Raad concludeerde dat het college terecht had gesteld dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld, omdat appellant niet op de uitnodigingen was verschenen. De beroepsgrond van appellant dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom de afwijzing terecht was, werd verworpen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.