ECLI:NL:CRVB:2017:1220

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 maart 2017
Publicatiedatum
31 maart 2017
Zaaknummer
15/6618 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht

Op 16 maart 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/6618 AOW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, had verzet aangetekend en aangegeven bereid te zijn het griffierecht binnen een nieuwe termijn te voldoen. Hij verzocht om toezending van een nieuwe acceptgirokaart.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geoordeeld dat de appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat hij niet in verzuim is geweest. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht. De Raad verklaarde het verzet ongegrond en bepaalde dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 112,- door de griffier aan de appellant wordt terugbetaald.

De uitspraak werd gedaan in een enkelvoudige kamer, waarbij de griffier N. Talhaoui aanwezig was. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is niemand ter zitting verschenen. De uitspraak is gedateerd op 16 maart 2017 en is een bevestiging van de eerdere beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank.

Uitspraak

Datum uitspraak: 16 maart 2017
15/6618 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 september 2015, 14/7271 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: N. Talhaoui
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • verklaart het verzet ongegrond;
  • bepaalt dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 112,- door de griffier van de Centrale Raad van Beroep aan appellant wordt terugbetaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 16 september 2016 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig is betaald.
In verzet heeft appellant aangegeven bereid te zijn het griffierecht binnen een nieuw te stellen termijn opnieuw te voldoen en verzocht om toezending van een nieuwe acceptgirokaart.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om verzoeker een nieuwe termijn voor tijdige betaling van het griffierecht te geven.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Het bedrag van het te laat betaalde griffierecht (€ 112,-) zal door de griffier van de Raad aan appellant worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 16 maart 2017
De griffier De voorzitter
(getekend) N. Talhaoui (getekend) T.G.M. Simons

KP

DECISION
Le Centrale Raad van Beroep (conseil central d’appel)
- déclare l’opposition non fondée;
- décide que le droit de greffe de 112,00 € payé pour l’appel est remboursé à l’appelant par le
greffier du Centrale Raad van Beroep.
Ce verdict a été fait par T.G.M. Simons en présence de N. Talhaoui en qualité de greffier. La décision a été prononcée en public le 16 mars 2017.