ECLI:NL:CRVB:2017:1178
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- T.L. de Vries
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Weigering mee te werken aan voorziening gericht op arbeidsinschakeling en de gevolgen voor bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de weigering van appellanten om deel te nemen aan een re-integratietraject aan de orde is. Appellanten ontvangen sinds 17 december 2007 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). In februari 2014 heeft een arbeidsdeskundige vastgesteld dat appellant niet geschikt is voor bepaalde werkzaamheden vanwege lichamelijke beperkingen, maar dat hij met andere werkzaamheden 100% van het wettelijk minimumloon kan verdienen. Appellant heeft echter aangegeven niet gemotiveerd te zijn om deel te nemen aan het aangeboden traject "Direct Werk". Het dagelijks bestuur van ISD Noordoost heeft daarop besloten de bijstand van appellanten te verlagen omdat zij niet voldaan hebben aan de verplichting om gebruik te maken van de aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling.
De Raad voor de Rechtspraak heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat appellant pas na het voornemen van het dagelijks bestuur om een maatregel op te leggen, heeft aangegeven dat hij rekening moet houden met ritueel wassen in verband met zijn geloof. De Raad oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de werkzaamheden in de groenvoorziening beperkt werd in zijn recht op vrijheid van godsdienst. De stelling dat het dagelijks bestuur al eerder op de hoogte was van de noodzaak tot ritueel wassen, wordt verworpen. De Raad concludeert dat appellant verwijtbaar is voor het niet deelnemen aan het traject en bevestigt de beslissing van het dagelijks bestuur om de bijstand te verlagen.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellanten ongegrond is verklaard. De Raad oordeelt dat de opgelegde maatregel van 100% verlaging van de bijstand gedurende een maand in overeenstemming is met de geldende verordening.