Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, die als logistiek medewerker werkte, zich ziek gemeld vanwege pijnklachten en tintelingen aan de linker lichaamshelft. Na haar ontslag op 1 april 2011 ontving zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Op 31 augustus 2013 heeft zij een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv heeft vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, waardoor er geen recht op uitkering ontstond. Dit besluit werd in bezwaar door het Uwv bevestigd. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om de medische beoordeling te betwijfelen.
In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat haar lichamelijke en psychische beperkingen waren onderschat. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat er onvoldoende aanknopingspunten waren voor twijfel aan de medische beoordeling. De verzekeringsartsen hadden alle relevante medische informatie in overweging genomen en de diagnose van een aanpassingsstoornis was bevestigd door de ingediende informatie van psychologen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen grond was voor schadevergoeding of proceskostenvergoeding.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van J.W.L. van der Loo als griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 maart 2016.