ECLI:NL:CRVB:2016:955
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- J.J.T. van den Corput
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens onvoldoende medewerking aan re-integratie en plichtsverzuim van een ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, werkzaam als IT-beheerder bij de Universiteit Utrecht, was ontslagen wegens onvoldoende medewerking aan zijn re-integratie. Het college van bestuur van de Universiteit Utrecht had de bezoldiging van appellant per direct gestaakt en hem een disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk strafontslag opgelegd. Dit gebeurde na herhaalde waarschuwingen en het niet nakomen van dienstopdrachten. De rechtbank had het beroep tegen het besluit van het college gegrond verklaard, maar het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvocht.
De Raad oordeelde dat appellant zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim door niet te verschijnen op belangrijke gesprekken en niet te voldoen aan dienstopdrachten. De Raad bevestigde dat het college niet had kunnen aantonen dat appellant niet in staat was om te verschijnen op het gesprek met zijn leidinggevende, maar dat dit niet afdeed aan de ernst van zijn gedrag. De Raad concludeerde dat de opgelegde disciplinaire maatregel van ontslag niet onevenredig was in verhouding tot het plichtsverzuim van appellant. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd afgewezen.