ECLI:NL:CRVB:2016:954
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- J.J.T. van den Corput
- B. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen voorwaardelijk ontslag en strafoverplaatsing van een penitentiaire inrichtingswerker
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant, werkzaam als senior penitentiaire inrichtingswerker in een extra beveiligde inrichting, tegen een voorwaardelijk ontslag en een strafoverplaatsing. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep tegen het besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie ongegrond heeft verklaard. De appellant was betrokken bij een incident waarbij snacks werden gefrituurd in de keuken van de gedetineerden, terwijl cruciale deuren openstonden. Dit leidde tot een disciplinair onderzoek en uiteindelijk tot de opgelegde sancties van voorwaardelijk ontslag en verplaatsing naar een andere inrichting.
De Raad oordeelt dat de appellant niet kan ontkennen dat hij de hem verweten gedragingen heeft gepleegd, en dat zijn nalatigheid als bewust kan worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de sancties niet onevenredig zijn aan het gepleegde plichtsverzuim. De appellant heeft geen bewijs geleverd dat de verplaatsing naar de andere inrichting disproportioneel was, ondanks dat deze op het punt stond te sluiten. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.