ECLI:NL:CRVB:2016:941
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- G.M.G. Hink
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door verzwegen bankrekeningen en inkomsten uit krantenwijk
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsverlening aan appellant, die sinds 23 april 2009 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die eerder de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel heeft bevestigd. De intrekking van de bijstand is gebaseerd op het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting, waarbij appellant verzwegen bankrekeningen en inkomsten uit een krantenwijk niet heeft gemeld.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant, ondanks verschillende verzoeken om informatie, geen volledige gegevens heeft verstrekt over zijn financiële situatie. Onderzoek heeft aangetoond dat zijn echtgenote en kinderen bankrekeningen hebben die niet zijn gemeld, en dat er inkomsten uit krantenbezorging zijn die eveneens niet zijn opgegeven. De Raad benadrukt dat het aan het college is om aannemelijk te maken dat de voorwaarden voor intrekking zijn voldaan, maar dat appellant zelf ook verantwoordelijk is voor het verstrekken van relevante informatie.
De Raad concludeert dat het college terecht heeft besloten de bijstand in te trekken, omdat appellant niet heeft aangetoond dat hij recht heeft op bijstand over de betreffende periode. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen, en de eerdere uitspraak van de rechtbank blijft in stand. De beslissing is openbaar uitgesproken op 15 maart 2016.